Een onbekend oord

Meestal is het zo dat goede voornemens voor het nieuwe jaar het hooguit redden tot Blue Monday ofwel depri-maandag, ergens halverwege januari. Of heel misschien tot Groundhog Day, begin februari, de Amerikaanse feestdag waarop volgens de overlevering de bosmarmot uit zijn winterslaap ontwaakt en zich voor het eerst weer buiten zijn hol waagt. Sinds de strenge lockdown van afgelopen najaar hebben velen van ons het gevoel dat depri-maandag zich al tijden herhaalt en we ons al heel lang niet buiten ons hol gewaagd hebben. Wat ga jij straks als eerste doen, als we vanaf begin maart hopelijk weer iets meer bewegingsvrijheid krijgen? Naar de kapper, waarschijnlijk.

Maar zodra die sluier voor je ogen weer verdwenen is, waar richt je je dan op? Telkens als iemand zich tot de Heer wendt, wordt de sluier weggenomen. Welnu, met de Heer wordt de Geest bedoeld, en waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid (2 Korintiërs 4:16-17). Ik richt me in de vrijheid die me ten deel gevallen is onder andere op het schrijven van maandelijkse columns voor de nieuwsbrief, waarvan dit de eerste is. Het beknopt houden, al een opgave genoeg! Maar soms, als onze jongens hier weer Frozen 2 op hebben staan, hoor ik ijskoningin Elsa zingen, springt mijn hart op en verlang ik naar méér. “Weet je dat een deel van mij verlangt naar dat / Onbekende oord”. Een versluierde versie van Gods geest, maar Gods geest niettemin. “Kun je weten wat ik aankan / Hoor je bij mij, laat het zien dan”.

We hebben allemaal Gods geest ontvangen (Handelingen 2:17), en Jezus heeft laten zien dat we bij Hem horen (Johannes 14:20), dus we kunnen veel meer aan dan we denken. Wat is jouw onbekende oord? Waar verlangt jouw hart naar? Vader, neem ons mee!

Patrick