We zouden haast vergeten zijn dat we vorig jaar een kerstlockdown hadden, en het samenzijn grotendeels alleen moest plaatsvinden. December is een feestmaand, en meestal een goede gelegenheid voor het groot-, midden- en kleinbedrijf om de kas te spekken voor het einde van het jaar. Weliswaar liggen de pepernoten al in de schappen als we net van zomervakantie terugkomen, maar richting december gaat het dan helemaal los. Black Friday, Cyber Monday, Pakjesavond, en weldra de grote finale met het kerstdiner en Oudejaarsavond. Meer cadeaus, luxere kerstdiners, grootser vuurwerk. En kom vooral niet aan de tradities.
Ergens is het mooi dat we nu het WK in Qatar hebben, dat maakt dat we meer stilstaan bij hoe de excessen van het grote geld afsteken tegen de realiteit van de gemarginaliseerde mens. Want het contrast tussen hoe de westerse wereld de feestmaand inricht, en hoe dat er voor vele anderen uitziet, is net zo groot. Ik begin als Prediker te klinken, dus ik stop er maar mee.
Maar mijn wens zou zijn dat het ons als samenleving lukt om ook een keer genoegen te nemen met minder. Dat we wat meer matigheid kunnen beoefenen. Want ontwikkelingshulp is niet alleen maar geld oversluizen naar de derde wereld, maar ook minder consumeren en onze ‘carbon footprint’ een keer in ieder geval gelijk houden, in plaats van alleen maar vergroten. Pak een keer extra de fiets, laat dat shirtje in de sale een keer hangen. Een vegan burger is ook best lekker. Als we met elkaar geloven dat het Nieuwe Jeruzalem een hedendaagse realiteit is, dan wordt het tijd dat we haar openbare ruimten wat beter gaan onderhouden. Zorgen voor de tuin, zodat we volgend jaar december met recht kunnen zeggen: het is feest, want we hebben met elkaar de wereld een stukje beter gemaakt.
Patrick