Het zal weinigen ontgaan zijn dat er in de voorbije weken Olympische Spelen op televisie waren. ‘We’ deden het niet zo goed in het begin, want er werd veelvuldig eremetaal waar toch wel op gerekend was misgelopen. Nederland stond wel gauw bovenaan in het vierde-plaatsen-klassement. Zo konden we toch het grote nationale falen wat verbloemen. Tussen de lijnen door ontstond echter ook een ander verhaal tijdens deze Olympische Spelen. Het verhaal van ‘de mens’ achter de topsporter, en de persoonlijke overwinningen in het proces. Zwemster Femke Heemskerk vond haar zesde plaats in de 100-meter finale waardevoller dan goud, want ze wist waar ze vandaan kwam, welke ontwikkeling ze ‘als mens’ had moeten doormaken, en wat het haar opleverde.

‘Onze’ Abdi Nageeye die niet alleen zilver binnen hengelde voor Nederland (hiep hoi, medaillespiegel) maar in zijn moment van glorie oog had om zijn Somalische makker die voor België uitkomt aan brons te helpen. Ook God is niet ver weg tijdens de Spelen. Afzwaaiend nationale knuffelbeer en vlaggendrager Churandi Martina heeft een waardig opvolger gekregen in die andere Curaçaose topsprinter, Liemarvin Bonevacia: de big smile, inspiratievolle interviews en veel dank aan God. “Heb je toch nog even wat hulp ingeroepen van het Allerhoogste?”, vroeg de interviewer hem na het behalen van de 400-meter finale. “Nee man, ik heb niet om hulp gevraagd, want je gaat niet aan God vragen om iemand anders slecht te laten lopen”.

Liemarvins gebed was dat iedereen gezond mocht blijven en zijn dromen kon verwezenlijken. Een mooi gebed, waar ook veel christenen nog iets van op kunnen steken. Ook wij zijn soms meer bezig met theologisch eremetaal behalen of goed scoren op de evangelisatiespiegel. Maar de ware Olympische gedachte is toch dat door ‘de mens’ Jezus Christus iedereen mee mag doen en ‘we’ dan nog gewonnen hebben ook.

Patrick