Nu de pandemie ‘beheersbaar’ is, is het de vraag hoe ‘de kerk’ dit allemaal doorstaan heeft. In de samenleving hebben we beide uitersten gezien: van barmhartigheid in de buurt en samen aanbidden in de openlucht, tot het neerslaan van journalisten bij de kerk voordat je naar de zondagse mis gaat. Ook in ons midden heeft ieder zijn of haar keuze gemaakt om digitaal te blijven connecten, hoe goed of hoe kwaad dat ook ging, dan wel te disconnecten vanwege haperende verbindingen – technisch of relationeel van aard. We zijn gedwongen geweest onze waarden en overtuigingen te spiegelen aan de realiteit die op ons afkwam. Vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, lichamelijke zelfbeschikking, etc. Het is te simpel om dit alles plat te slaan tot ‘prik of geen prik’. Als community hebben we ons hier doorheen geworsteld, en dat zal niet altijd goed gegaan zijn. Ook in het weer ‘normaal’ opstarten zullen we onze fouten maken.

To hug, or not to hug, ik weet me ook niet altijd raad, maar kijk vaak naar Paulus voor inspiratie. Ook hij had de uitdaging om verschillende wereldbeelden te spiegelen aan de Realiteit die op hen afkwam, en daarin te verenigen in plaats van te verdelen. De ‘Great Reset’ had toen net plaatsgevonden: God had in Jezus menselijke gedaante aangenomen en in één dienende beweging ons allemaal deelgenoten van het Allerhoogste gemaakt. Paulus roept ons daarom op: “Jullie moeten blij zijn, omdat jullie bij de Heer horen. Ik zeg het nog eens: wees altijd blij” (Filip. 4:4). Het ‘bij de Heer horen’ staat in het Grieks als genos – ‘van dezelfde genen’. In Jezus Christus behoren we Hen en elkaar toe, en in dit oogverblindende Licht verbleken alle aardse disputen.

Laten we elkaar hier proberen te blijven vinden, polderend zoals Paulus in het verenigen van onze verschillen in inzicht, maar vol blijdschap en dankbaarheid over onze gezamenlijkheid in de liefde van de Drie-eenheid voor ons.