Toekomstmuziek
De goedheiligman is me dit jaar goedgezind geweest, wat betekent dat ik weer twee muzikale schijfjes aan mijn platencollectie heb mogen toevoegen. Eigenlijk had ik mijn kerstcolumn dit jaar over het licht in de duisternis willen schrijven, een wel toepasselijk thema, Jezus’ hoop in deze tijden van mondiale conflicten en maatschappelijke polarisatie. Maar nu heb ik twee nieuwe albums van bands die ik plat gezegd al langer volg dan Jezus. Het is dan toch aanlokkelijker je daarin te verliezen, dan in de krochten van de Midden-Oosten dossiers in de NOS-app. Of je Bluetooth-oortjes (dank u, Sinterklaasje) op Spotify af te stellen in plaats van deze of gene theologische podcast.
Muziek luisteren brengt me noch dichterbij wereldvrede, noch dichterbij God (voor zover zoiets überhaupt kan, waarvan akte). Maar toch, de ene band zet zich naast voor hun eigen portemonnee toch ook in voor de goede zaak, getuige hun tiende studioalbum dat geperst is op schijfjes van gerecyclede PET-flesjes. En de andere band laat zien na negen studioalbums nog steeds lol te kunnen hebben, ook al hebben ze hun jeugd in een rondreizend campertje doorgebracht omdat hun vader preekte in pinkstergemeenten in de zuidelijke staten van de VS.
En zo brengen ze me toch weer wat. Ze zouden in mijn Top-2000 lijstjes staan, als ik die zou maken. Hoop in bange dagen, niet alleen voor mij, maar voor opgeteld meer dan 100 miljoen maandelijkse luisteraars via eerder genoemde streamingsdienst. Ik koester dan ook de gedachte dat Jezus’ licht óók door deze artiesten schijnt, wanneer zij zovelen inspireren met hun muziek en teksten. “Oh, one world, only one…in the end, it’s just love,” zingt een van de bands. Als ze de theologische waarheid en implicaties daarvan eens in zouden zien, ja, dan was die wereldvrede wel binnen handbereik. Vooralsnog is dat toekomstmuziek.
Patrick