We mochten weer stemmen, en kosten noch moeite werden gespaard om via het geschreven woord onze stem te winnen voor de goede zaak van deze of gene partij. Wij hadden een poster achter ons raam hangen met daarop prominent de kop van een Eldad’er die op nummer drie van de desbetreffende partij stond. Toch mochten we heel wat folders van andere partijen in onze brievenbus verwelkomen. Voor het geval we van gedachten zouden veranderen. Uiteraard mogen we niet klagen, zo lang we in een land leven waarin er te kiezen valt tussen twintig politieke kleuren die vinden of die stoeptegel in de wijk nu linksom of rechtsom moet liggen. In Marioepol liggen er überhaupt geen stoeptegels meer in de straat.

Afijn. Ik vind het altijd mooi en hoopvol dat de verkiezingstijd in Nederland samenvalt met de lente, en met de tijd richting Pasen. We kijken uit naar een frisse start. Vlinders in de buik. “Verkiezing,” om met John Crowder te spreken: “heeft alles te maken met de uitverkiezende God en de uitverkoren Zoon. Jezus is zowel keurvorst als uitverkorene. Hij is Gods keuze voor de hele mensheid. En de hele mensheid was plaatsvervangend in Hem vertegenwoordigd.” Stevige kost. Er is zoveel te kiezen, maar we zijn al verkozen in Hem.

In tijden van oorlog aan de Europese buitengrenzen is dat een ongemakkelijke waarheid, zeker voor ons Nederlanders, met ons natje en ons droogje, ons zorgen makend over een dubbeltje meer of minder aan de pomp. Maar het stemt ook hoopvol. In Oekraïne zitten de kerken vol. Men ziet naar elkaar om en ziet uit naar God, die ‘komt’, zoals hij al tweeduizend jaar komt, telkens weer, als Vader, als Trooster, als Uitverkorene. We vieren deze verkiezingstijd elk jaar opnieuw, en daar komen geen stembiljetten en flyers aan te pas.

Patrick