God nam mijn geest mee naar het nieuwe Jeruzalem. Hij liet mij de stad zien vanaf een berg in de verte. De stad was zo groot  dat het einde zelfs vanaf de berg niet zichtbaar was. Toen zweefde mijn geest een rondje om de muren  (boven de muur) . De stad was vierkant en nog groter dan ik daarvoor kon zien. Ik werd meegenomen en zag een aantal open poorten. Elke poort had zijn eigen edelsteen en Engel. Vervolgens zag ik de straten van zuiver goud, het was zo fel dat ik eigenlijk niet veel meer dan een schittering kon zien. Tenslotte kwam ik bij een groot plein met  de bomen, rivier en de troon van God. De troon van God was reusachtig, God zelf zat op de troon en was de lichtbron van de stad. De bron van de rivier ontsprong aan de troon van God.

God vertelde mij dat een ieder die in Hem gelooft uit zijn bron mag drinken. In Openbaring worden wij (de dorstigen)  uitgenodigd om bij hem te komen drinken. Het nieuwe Jeruzalem is een plaats die onze geest mag bezoeken om daar uit te rusten en te drinken als daar de behoefte aan is. Vraag Hem de weg en Hij zal de weg naar het nieuw Jeruzalem laten zien.