Reizen met het openbaar vervoer is een bijzonder voorrecht. Al meer dan tien jaar forens ik met de trein en bus of tram van Ede naar Utrecht Science Park. Het spoor loopt parallel aan de A12, dus regelmatig kun je door het raam kijken en denken: mooi, daar sta ik niet vast. Ik probeer mijn reistijd nuttig te besteden, en heb steevast een boek mee. Maar het mooiste aan het OV vind ik: de mensen. Massa’s mensen. Druk in de trein, druk op het perron. Druk in de stationshal, druk in de tram. Druk op de campus, druk in de stad. Mensen in allerlei kleuren, soorten en maten – en dat is dan alleen nog maar de buitenkant. Ook qua gesprekken, onderling in de coupé of eenzijdig in een telefoon, krijg je van alles mee. Vaak allerlei sores, wat er zoal niet goed gaat, of wie er zoal een enorme wat dan ook is.
En dan is het nu ook nog de tijd van het jaar waarin er van alles loos is waar we massaal voor de hort op zijn: Koningsdag, Bevrijdingsdag, voetbalkampioenschappen. Het leidt tot een bepaalde saamhorigheid in het OV die er anders alleen is als de NS of ProRail collectief iets te verwijten valt. Naast lezen in de trein observeer ik dan ook vooral heel veel. Niet alleen schaamteloos ‘mensen kijken’ (hoe leuk ook), maar ook een tijd van voorbede. In de spits bij de deur van een leeglopende trein staan, je bedenken dat eenieder innig gekend is door Hem, en iedereen proberen te ‘zien’, als mens, en ze zegenen – heerlijk.
We hoeven niet naar Brazilië of India te vliegen om een verschil te maken (hoe goed ook), ga maar eens een uurtje op Utrecht CS zitten. Wat ben ik dankbaar om Gods liefde voor alle mensen te voelen.
Patrick