Ooit heb ik een fascinerend boek gelezen over topsporters en het zwarte gat na het ophouden van hun topsportbestaan. Van jongs af aan alles opzij gezet om ergens in te kunnen excelleren, vaak moeite met wat dan een ‘maatschappelijke carrière’ heet aan de andere kant. De bubbel barst, en het is maar afwachten hoe dat uitpakt.
Het verschijnsel van de bubbel zien we ook op kleinere schaal. Dat toffe concert, die onvergetelijke middag dat Feyenoord met 6-0 won van Ajax, dat soort dingen. Intens genieten in het moment zelf en een leeg gevoel erna. Want het leven is intussen doorgegaan en morgen branden de aardappels gewoon weer aan. Ik fietste laatst in Rotterdam langs de Rotte, daags na het weekend met Paul Golf, en er bekroop mij eenzelfde gevoel. Hoe voorkom je dat iets, in de woorden van Paul, ‘an event for an event’s sake’ wordt, maar in plaats daarvan juist aanleiding geeft om veranderd verder te gaan? Voorbij de bubbel. Da’s lastig zat. Twee gedachten hierbij.
Laatst zag ik een video van iemand die sprak over genezing, en benadrukte dat Jezus niet zozeer bezig was met de pats-boem genezing (die overigens vaak wél plaatsvond), maar eerder gericht was op het herstel van iemand in een gemeenschap. Dus niet de bubbel van een gebedsgenezingsdienst, maar de uitnodiging tot het in gezamenlijkheid volgen van een pad van langdurig herstel. De andere gedachte is dat we toch nog veel denken in termen van scheiding. Ontspanning vinden op vakantie maar niet daarbuiten, weer toeleven naar dat volgende weekend weg. Baxter Kruger zegt: we leven niet van afwezigheid naar aanwezigheid, maar van aanwezigheid naar een grotere manifestatie van Hem in ons leven. Is dat de sleutel voorbij de bubbel? Het licht schijnt in het zwarte gat, en het zwarte gat heeft het niet in haar macht gekregen.
Patrick